De verantwoordelijkheid van lokale overheden voor het erfgoed wordt steeds groter. Daarom groeit de nood naar een integrale aanpak op stedelijk niveau. Ronse is op dit vlak in Vlaanderen een koploper.
Het Ename Expertisecentrum maakte in opdracht van de stad Ronse een voorstudie van de materiële en immateriële erfgoedmiddelen in de stad en deed op basis daarvan een aantal aanbevelingen. Hierdoor ligt erfgoed mee aan de basis van een lange termijnvisie op de verdere ontwikkeling van de stad. Op het vlak van ruimtelijke ordening is “De Vrijheid” als erfgoedzone in Ronse een begrip geworden.
Het EEC werkte recent ook een aantal tools uit voor een lange-termijnbeleid op het vlak van het industrieel textielerfgoed van Ronse: Ronse 3D sensibiliseert, informeert, en mikt op actieve participatie van de bevolking en alle andere geïnteresseerden, terwijl Kolibri-Ronse de inventarisatie van het industrieel erfgoed van de stad koppelt aan een waarderingssysteem als basis voor een gericht erfgoedbeleid. Door deze integrale benadering is Ronse een voorbeeld voor Vlaanderen van hoe op een onderbouwde en consistente manier vorm kan worden gegeven aan een erfgoedbeleid op stedelijk niveau.
De Vrijheid in Ronse is niet alleen een erfgoedzone omwille van de betekenisvolle ruimtelijke eenheid die zij vormt. Zij is dat ook omwille van de gebeurtenissen die ermee verbonden zijn. De Vrijheid huist een van de oudste rituele handelingen die Vlaanderen rijk is. Ieder jaar op de eerste zondag na Pinksteren haalt men het schrijn van Sint-Hermes uit de kerk en wordt het in een wijde boog rond de stad gedragen. Daarmee smeken de bewoners de bescherming voor de stad af. Deze rituele processie is 33 km lang en duurt een ganse dag. De fiertel, zoals de processie heet, klimt zeker op tot 1086 wanneer hij voor het eerst in archieven wordt vermeld. Ronse stond in de middeleeuwen bekend voor zijn Sint-Hermescultus. In de crypte van de kerk ondergingen geesteszieken een uitgebreid genezingsritueel met inbegrip van rituele baden.